Algemene levensmiddelenwetgeving

De belangrijkste thema's binnen algemene levensmiddelenwetgeving zijn voedselveiligheid en eerlijkheid in de handel van levensmiddelen voor de gehele voedselketen.

Regelgeving op deze thema's is sinds 2002 voornamelijk vastgelegd op Europees niveau in Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden. Deze verordening wordt kort aangeduid als de Agemene Levensmiddelenverordening (ALV).

Belangrijke onderdelen van de algemene levensmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 178/2002) zijn:

  • Levensmiddelen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid of die ongeschikt zijn voor consumptie, mogen niet in de handel worden gebracht (artikel 14).
  • Informatie over levensmiddelen, zoals bijvoorbeeld etikettering, mag de consument niet misleiden (art. 16).
  • Levensmiddelenbedrijven dienen in alle stadia van de productie en distributie de traceerbaarheid van levensmiddelen, diervoeders en voedselproducerende dieren te garanderen (art. 18).

Aanvullende nationale regelgeving over voedselveiligheid is vastgelegd in ondermeer de Warenwet, het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen.

De algemene levensmiddelenwetgeving wordt in Nederland besproken in het Regulier Overleg Warenwet, onderdeel ROW/AO (Algemeen Overleg).

In EU-verband wordt de Algemene Levensmiddelenwetgeving besproken in de Commissiewerkgroep voor Algemene levensmiddelenwetgeving.

Nationaal

  • Warenwet
  • Warenwetbesluit Bereiding en behandeling en behandeling van levensmiddelen
  • Warenwetbesluit informatie levensmiddelen

Europees

  • Verordening (EG) Nr. 178/2002 Algemene beginselen en voorschriften over levensmiddelenwetgeving